paper: de paper / het paper
Paper wordt in het Nederlands meestal als een de-woord gebruikt, maar het kan ook een het-woord zijn.
U kunt uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe.
- Als u de paper zegt, zegt u ook die/deze paper, elke paper, onze paper en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de goede paper, een goede paper, goede paper.
- Als u het paper zegt, zegt u dit/dat paper, elk paper, ons paper en krijgt een bijvoeglijk naamwoord geen buigings-e na bijvoorbeeld een en elk: een goed paper, elk goed paper, goed paper.
Taaladvies.net
→ Woordgeslacht van Engelse leenwoorden (algemeen)