aaneenschrijven - 12. woordgroepen uit andere talen (behalve het Engels)
De onderstaande regels gelden voor woorden die uit een andere taal zijn overgenomen, met uitzondering van het Engels. Voor Engelse woorden en woordgroepen gelden aparte regels.
1. Schrijf uitheemse woordgroepen op dezelfde manier als in de taal van herkomst.
a capella, a priori, à propos, ad hoc, art nouveau, au bain-marie, bon vivant, cordon bleu, eau de cologne, haute couture, hors-d’oeuvre, salto mortale, tête-à-tête |
2. Schrijf in samenstellingen met uitheemse woordgroepen een koppelteken tussen de delen van de woordgroep. Schrijf het eerste of laatste deel van de uitheemse woordgroep vast aan het linker- of rechterdeel van de samenstelling. Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel).
a-capellakoor, ad-hocbeslissing, art-nouveaukunstenaar, eau-de-colognefles, gehaktcordon-bleu, hors-d’oeuvreschaal |
3. Schrijf in samenstellingen met uitheemse woordgroepen eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
a-capella-koor, ad-hoc-beslissing, art-nouveau-kunstenaar |
4. Schrijf ook in afleidingen met uitheemse woordgroepen een koppelteken tussen de delen van de woordgroep. Schrijf het achtervoegsel vast aan het laatste deel van de uitheemse woordgroep. Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Voor- en achtervoegsels zijn delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).
a-priorisch, eau-de-cologneachtig, fin-de-siècleachtig |
→ aaneenschrijven - 01. hoofdregels
→ aaneenschrijven - 02. klinkerbotsing
→ aaneenschrijven - 03. samenkoppelingen
→ aaneenschrijven - 04. samenstellingen met gelijkwaardige delen
→ aaneenschrijven - 05. combinaties met eigennamen
→ aaneenschrijven - 06. namen van talen en dialecten
→ aaneenschrijven - 07. getallen, telwoorden en breuken
→ aaneenschrijven - 08. combinaties met cijfers, letters en symbolen
→ aaneenschrijven - 09. combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
→ aaneenschrijven - 10. bijzondere voor- en nabepalingen
→ aaneenschrijven - 11. combinaties met voorzetsels en bijwoorden
→ aaneenschrijven - 13. samentrekking
→ aaneenschrijven - 14. vervoegde werkwoordsvormen
→ aaneenschrijven - 15. woordgroep of samenstelling?
→ aaneenschrijven - 16. bijzondere combinaties
→ Engelse woorden