vouwen: gevouwen / gevouwd*
Het voltooid deelwoord van het werkwoord vouwen is gevouwen.
Vervoeging:
- ik vouw, jij vouwt, wij vouwen
- ik vouwde, wij vouwden
- ik heb gevouwen
- de gevouwen brief
Taaladvies.net
→ Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen)